Weetjes - Guido Alaerts
De kamerthermostaat
De kamerthermostaat wordt in een referentielokaal (meestal de leefruimte) aangebracht. Plaats hem liever niet in een omgeving die aan een warmtebron is blootgesteld of op een buitenmuur. Het zuinigst is wanneer de thermostaat rechtstreeks de brander bestuurt, wat enkel mogelijk is met lagetemperatuurverwarmingsketels of condensatieketels. Oude verwarmingsketels moeten immers op temperatuur blijven wil men corrosieproblemen vermijden. De prijs van een kamerthermostaat schommelt tussen 25 en 175 euro. Geef de voorkeur aan een digitale thermostaat met (minstens) twee programma's: een voor overdag en een temperatuursverlaging voor 's nachts (bv 15°C). Bij langere afwezigheid dient u de thermostaat op minimum 5°C te zetten, om een risico op vorst te vermijden.
Thermostatische kranen
Thermostatische kranen maken een meer nauwkeurige regeling van de verwarming mogelijk, aangepast aan elke ruimte; ze laten tevens toe om rekening te houden met gratis energietoevoer, zoals de warmte van de zon of iedere andere warmtebron. Ze zijn onmisbaar bij een moderne installatie. U zal de meerkost bij de installatie van thermostatische kranen in minder dan twee jaar terugverdienen. Plaats beter geen thermostatische kranen in dezelfde ruimte als de kamerthermostaat. Ze kunnen immers met elkaar in tegenstrijd komen voor wat hun regeling betreft.
Dit is normaal. De gewenste kamertemperatuur is bijna bereikt en de radiatorthermostaat laat daarom slechts een beperkte hoeveelheid water door de radiator stromen. Dit water koelt snel af waardoor de radiator slechts voor een deel warm wordt.
Een constante maar slecht deels verwarmde radiator is beter voor het comfort dan een afwisselend hete en dan weer koude radiator. Bovendien is dit zeer gunstig voor de energiebesparing. Het warme cv-water wordt zo ver afgekoeld dat het met een heel lage temperatuur naar de cv-ketel wordt terug gevoerd. Hoe lager de retourtemperatuur hoe hoger het effect van een HR (Hoog Rendement) ketel.
Om de thermostaat te testen, kan de thermostaat verder geopend door een hogere temperatuur in te stellen. De radiator zou nu warmer moeten worden. Als dit niet het geval is, dan is er een probleem met de installatie (hydraulische balans, lucht etc.) en kan het beste de hulp van een installateur ingeroepen worden.
Het binnenwerk van oudere radiatorthermostaten kan geblokkeerd zijn. Als de thermostaat voor lange tijd niet wordt gebruikt, bijvoorbeeld van de lente tot de herfst, dan kan materiaal in het water zich afzetten op de spindel van de radiatorafsluiter, waardoor deze vast kan blijven zitten. Nieuwe radiatorthermostaten hebben geen last van dit verschijnsel door het toepassen van moderne kunststof materialen en speciale voorzieningen.
Om dit probleem op te lossen moet de sensor van de radiatorthermostaat worden verwijderd. Wanneer de sensor van de thermostaat is verwijderd, drukt u zachtjes de spindel (= pin) die uit de radiatorafsluiter steekt naar beneden (nooit trekken!). De spindel moet 2 à 3 mm kunnen bewegen, anders zit die vast. Om dit op te lossen, kunt u proberen zachtjes tegen de zijkant van de radiatorafsluiter te slaan. In de meeste gevallen wordt hiermee de spindel weer 'vrij' gemaakt. Wanneer de spindel weer vrij beweegt, kun u de sensor weer terugplaatsen.
Wanneer het bovenstaande niet werkt, kunt u het beste contact opnemen met een installateur.
Als u de thermostaat op de laagste stand (= *) zet is deze beschermd tegen vorst, tot ongeveer 7 °C. Als het buiten koud is ontstaat langs het glas een zgn. kouval. Indien de koude luchtstroom langs de radiatorthermostaat komt zal deze daarop reageren door de radiatorafsluiter te openen om vorstschade te voorkomen.
Om dit probleem op te lossen kan een speciale sensor met nulstand worden toegepast. Deze reageert op de laagste stand echter niet op de koude lucht waardoor vorstschade kan ontstaan. Slim gebruik van deze thermostaat is dan ook geboden. Een andere mogelijkheid is het toepassen van een sensor met bediening op afstand. De instelknop en tevens sensor wordt in dat geval op een wand naast het raam geplaatst. Deze zal veel minder snel de koude lucht registreren en de radiatorafsluiter openen.
Om de waterstroom door de radiator af te sluiten bevat het binnenwerk van de radiatorafsluiter een rubber kegel en een klepzitting. Het kan voorkomen dat vervuiling van de cv-installatie zich tussen de kegel en de zitting ophoopt. Ook kan het zijn dat in het rubber van de kegel metaaldeeltjes van installatiewerkzaamheden blijven steken. De radiatorthermostaat wil, als de ingestelde temperatuur is bereikt, dan afsluiten maar dat is door de vervuiling onmogelijk. De radiator blijft in dat geval warm aanvoelen.
Om dit probleem op te lossen is het raadzaam een installateur in te schakelen. Deze kan de installatie doorspoelen en tevens de binnenwerken van de probleem radiatoren vervangen.
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
x